Bach: rebels, moeilijk, ook romantisch

28 jul

(Westland, vrijdag 28 juli 2017). Over de musicus en componist Bach zijn bibliotheken vol geschreven, over de mens Johan Sebastian is vrijwel niets te vinden. Bronnen zijn gering, oncontroleerbaar of onbetrouwbaar. Er bestaat bij Bach grote schaarste aan biografisch materiaal. Onderzoekers zijn al blij met een verkreukelde nota uit de lokale herberg. Het is dus moeilijk een persoonlijke karakterbeschrijving van Bach te maken, alleen zijn composities en partituren zijn zijn nalatenschap.

John Eliot Gardiner, befaamd Brits dirigent én Bachkenner, dook twaalf jaar in het hoofd van Bach om uit te zoeken wat voor persoon hij was. Hij probeerde het via een omweg, centreerde zich op zijn kerkmuziek. ‘Omdat je,’ zo zei hij, ‘daarin ziet hoe hij gedachten en vooral emoties bij elkaar brengt, naast een religieuze boodschap ook zijn eigen ik toont.’
‘De musicus Bach is van onmetelijke genialiteit; de mens Bach heeft duidelijk zijn gebreken,’ concludeert hij flegmatiek. ‘Een begaafd klager, die flink kon schelden. Vooral tijdens driftbuien.’

Wars van gezag
Voilà, daar gaat het goddelijke beeld dat zoveel Bachwetenschappers van hem hebben. De majestueuze man van de Matthäus was opvliegend, eigenzinnig, eigenwijs en knorrig. Wars van gezag, die autoriteit maar niks vond, maar die tegelijkertijd bekend stond om zijn kruiperigheid tegenover vorsten, veelal zijn werkgevers. Achterdocht en winstbejag gingen als een rode draad door zijn leven, zo ontdekte Gardiner. Collegialiteit schreef Bach niet altijd met een hoofdletter.
De beschaafde Britse dirigent wijt dit alles vooral aan een traumatische jeugd. Bach was al heel jong wees en had later te maken met een sadistische schooldocent. Al heel vroeg spijbelde hij veel. Die eigenzinnigheid bleef aan hem hangen, toen hij later een studiereis van enkele weken ging maken bleef hij maanden weg. Zijn werkgevers in onwetendheid achterlatend.
Ondanks dat hij gevierd en bekend raakte, voelde hij zich geregeld in de grote stad miskend, bekeken als een boerse provinciaal. Dat stak hem. Na jaren speurwerk weet Gardiner het zeker. ‘Bach was een rebelse, moeilijke man’.

Zwaktes
De man die we nu muzikaal zo genadeloos vereren was dus geen heilige, eigenlijk een gewoon mens die wel heel, heel goed kon componeren. Maar die, net als wij, zijn zwaktes had. Die ondoorgrondelijk verdrietig was toen hij na een reis thuiskwam en hoorde dat zijn vrouw dood én begraven was. Hij wist van niets. Die toen als een emotioneel geslagen mens ging doen waarin hij goed was: componeren in verdriet. Volgens Gardiner heeft dat ons enkele prachtige cantates over de dood opgeleverd: “Dan zie je, of liever, hoor je de verbinding tussen de mens en de musicus. Muziek is voor hem dan de balsem waarmee hij de dood van zijn stekeligheden beroofd’.
Dat emotioneel muziek schrijven deed hij later ook met schalkse, bijna erotische teksten in een boekje voor zijn tweede vrouw. Waar hij zo verliefd op was. Alleen zij hoorde die liefdevolle geheimtaal, die aan anderen voorbij ging. Romantischer kan bijna niet.
Voor de harde werker Bach waren slechts twee dingen belangrijk: zijn (muziek)werk en zijn gezin. Enerzijds was er die zorgende pater familias, anderzijds de bullebak die tegen zijn inwonende leerlingen uitvoer omdat ze volgens hem onvoldoende inzet toonden. Soms had hij zijn eigen fantasieën, droomde zijn dagdromen.

Wiskundeleraar
Een tegenstrijdige romanticus. Die we componerend kennen als een wiskundeleraar die mathematisch te werk gaat, maar die diezelfde mathematiek mengt met emoties, religieus en privé. Die bijzondere contradictie is zo typisch voor hem, alle noten wiskundig opschrijven en het geheel een unieke emotie geven.
Tijdens wandelingen liet hij prachtige fantasieën in zijn hoofd spelen. Dan kon hij zich geheel los maken en zijn composities vrij spel geven. Gewoon improviseren. Niet zoals dat later bekend werd bij de jazz, iedere keer weer anders. Nee, zijn improvisaties werden thuis opgeschreven, werden fabuleuze fantasieën, iedere keer weer hetzelfde. En toch steeds anders.

Bach deed dat vooral met zijn geliefde orgel. Dat hij daarvoor licht, zwaar, hard, zacht, kwetsbaar en vol, maar vooral indringend emotioneel liet klinken. Dat was toen heel bijzonder, sommigen meenden zelfs dat hij het instrument misbruikte.
Anderen bewonderden juist die ‘swinging and jazzy’ Bach. Als hij keurvorst Frederik de Grote bezoekt mag hij diens nieuwe muziekinstrumenten proberen. Dan geeft de koning hem een thema waarop Bach gelijk gaat improviseren. Bij thuiskomst laat Bach al zijn fantasie nog eens los op dit thema, noteert de noten en biedt de vorst een ‘muzikaal geschenk’ aan. Met alle mogelijke en onmogelijke variaties op dat koninklijke thema: ‘Das musicalische Opfer’.

Gloriejaren
In zijn gloriejaren werd Bach overladen met opdrachten. In dat licht was zijn productie – van steeds diezelfde kwaliteit – geniaal te noemen. Wie wel eens door de catalogus ‘Bach Werken Verzeichnis’ bladert, kan zich nauwelijks voorstellen dat één man zoveel componeerde. Naast zijn andere werk als cantor, organist, dirigent en lesgever. Naast een intens druk familieleven.
Vijf jaar lang schreef hij bijvoorbeeld wekelijks een godvruchtige cantate. Pas later werd bekend dat een vijfde deel overgenomen was van oudere composities met een profane tekst, eerder gebruikt bij bruiloften en partijen.
Neem het openingskoor van het uit zes cantates bestaande Weihnachtsoratorium. Dat majestueuze ‘Jauchzet, frolocket’, waarin de geboorte van Jezus wordt bejubeld, heette oorspronkelijk ‘Tönet, ihr Pauken, erschallet Trompeten!’. Geschreven voor Maria Josepha, keurvorstin van Saksen en koningin van Polen. Gewoon, ter gelegenheid van haar geboorte. Grote stappen snel thuis heet dat. Niets menselijks was ook Johann Sebastian vreemd. Het zij hem vergeven.

Misschien moeten we maar helemaal niet willen verklaren of willen weten wie die, nee onze, Bach was. Hooguit erkennen dat hij in God zijn inspiratie vond. Zoveel dat hij nog steeds gelovigen, maar ook atheïsten, agnosten en andersdenkenden weet te raken. Dat maakt hem geen god maar wel een mens die goddelijke muziek maakte.

Rien van den Anker
Sterfdagconcert J.S.Bach
Fantasieën gespeeld door Gerard Bal
Oude Kerk Naaldwijk

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd met *

De volgende HTML-tags en -attributen zijn toegestaan: <a href="" title=""> <abbr title=""> <acronym title=""> <b> <blockquote cite=""> <cite> <code> <del datetime=""> <em> <i> <q cite=""> <s> <strike> <strong>