Het herkenbare onherkenbaar

7 mei

(Den Haag, 7 mei 2016). Openingstoespraak Rien van den Anker bij de expositie ‘Het herkenbare onherkenbaar’ van Jos van den Berg in Pulchri Studio Den Haag. De tentoonstelling in de zalen Weissenbruch en Hardenberg is geopend tot en met 29 mei 2016.

160507 Rien opening expositie Jos van den Berg

‘Zeg maar wat je wilt, dat kunnen ze wel hebben in Pulchri, zei Jos me, dat was nog in een tijd voordat ene Umar de Turkse president geitenneuker had genoemd. 
Je hebt geheel de vrije hand, al zeg je dat het allemaal niks is, ik weet zeker dat er bij die opening mensen komen die het roerend met je eens zijn. Wel klonk daarna licht dreigend, in ieder mens schuilt klaarblijkelijk toch een beetje Erdogan: Je moet wel een keer vragen of ik de muren heb pijn gedaan.
Goedemiddag, mijn naam is Rien van den Anker, soms zeggen Jos en ik dat we vrienden zijn. Dan roep ik ‘je suis rien’, ik ben niets, en na een paar bieren klinkt dat ook als vriend. De Rien! Pas als hij ineens ‘je suis Jos’ gaat roepen, weet ik dat het tijd is om weg te gaan.
We verschillen als dag en nacht, kunnen naast drinken, ook goed met elkaar praten. Alle twee hebben we veel van de wereld gezien, hij als kunstenaar, ik als reisjournalist. Zijn liefde lag in tropisch Azië, vooral Indonesië, ook China; de mijne schommelde tussen Ierland en Egypte. Synoniem was onze verwondering en bewondering voor alles wat daar zo anders is.

Gebluste reisdrift
De inmiddels, op seniore gronden, enigszins gebluste reisdrift geeft ons ook weer een nieuwe band, beiden kunnen we – alleen maar niet eenzaam – mooie reizen maken. In ons hoofd. Als je oud bent komt alles terug wat je gezien en beleefd hebt, zeggen we dan. Kun je beelden, herinneringen, geuren, geluiden, ja zelfs mensen naar je hand zetten. Pittoresk wordt pittoresker, idyllisch nog idyllischer. Maar rauw wordt ook rauwer, gênant nog gênanter. De waarheid, zelfs onwaar, wordt de waarheid. En morgen wordt de reis in je hoofd weer anders. Nog mooier.
Ik liep deze week op Bevrijdingsdag, die voor velen plotseling ook Hemelvaartsdag heette, hier in deze twee zalen van Pulchri, bijna alleen, soms met Jos. Met zijn schilderijen reisden we rond in ons hoofd. Ieder een andere kant uit.
Wat voor mij lentebloemen op een besneeuwde Golanhoogte waren, waren volgens hem Cambodjaanse dorpshutjes. Zoals zijn gesticulerende Chinese dansers voor mij stellig op Schotse rotsen beukende en brekende golven waren. Of was het toch een stroom lava bij die Bromo op Oost-Java?

Afmaken
En ach, eigenlijk doet het er ook niet toe. Al heeft Jos natuurlijk gelijk, hij heeft de doeken immers gemaakt, maar hij had ook zijn andere doel bereikt. De kijker fantasierijk aan het werk zetten. Die moet zijn schilderij zelf afmaken.
Jos doet daar ook aan mee, zei me van de week dat hij menig hier hangend doek wel weer zou willen veranderen. Afmaken, met nieuwe beelden in het hoofd.
Hij noemt dat zijn abstract expressionisme. Je volledig richten op de beeldende problemen van het schilderen, zonder zich daarbij te hoeven bekommeren om figuratieve elementen. Voor Jos betekent dat ook de zichtbare, herkenbare werkelijkheid onherkenbaar maken. Daarbij tegelijkertijd voor anderen weer een herkenbare werkelijkheid creërend. Abstractie als het ware figuratievend. Abstractie als het ware figuratievend.

Jossisme
Ik weet niet wanneer kunststromingen een nieuwe naam krijgen, maar met journalistieke vrijheid noem ik dat jossisme, etymologisch afgeleid van het yeuxïsme. Naar het Franse woord voor ogen.
Kijken met steeds weer andere ogen, steeds weer nieuwe dingen zien, elke dag opnieuw. Zoals ik als Bachminnaar elke keer weer nieuwe muziek hoor, ook na tientallen keren. In de Matheus, zijn Magnificat of het concert voor twee violen.
Zo wordt een leek ook een kenner, die zijn eigen kunst schept. Die er iedere keer weer van kan genieten. Die er mee op reis gaat, naar een zelf gecreëerd verweggistan. Thuis aan de muur. Of hier hangend in Pulchri.

Jos’ kunst is duur, kopers betalen 30 cent per vierkante centimeter; de subtiele marketeer zit er nog steeds een beetje in. Zijn werk is ook zwaar, figuurlijk en letterlijk. Figuurlijk omdat je iets moet doen om het te begrijpen, letterlijk omdat zelfs het kleinste kunstwerk vele kilo’s weegt. Soms zijn twee volle kratjes bier lichter.
Zware werken door een vingerdikke verfkorst waarin Jos’ emoties aan elkaar plakken. Laag op laag, op laag, en weer een laag, de verf kan niet op, een soort creatieve obesitas. Wel veilig, een crime voor rovers met rugklachten.

Gepijnigd
Afgelopen week heb ik, Jos kennende, en om hem niet te schofferen, voor de zekerheid mijn tekst gestuurd, binnen enkele minuten was er een replymail. Met een okay. Goede reden om die tekst maar gelijk weg te gooien, deze gemaakt. Die had hij vrijwel zeker niet goedgekeurd, te emotioneel. Want Jos is wel ijdel maar houdt geenszins van een apothéose amicale artistique. Zelfs niet De Rien.
Oh ja, ik had hem nog wel beloofd om sowieso die ene zin in deze openingswoorden op te nemen. Die vreemde vraag: Jos, heb je de muren weer gepijnigd? Ja Jos, je hebt de muren weer gepijnigd, getormenteerd, gegeseld zelfs. Daarvoor dank, anders was ik niet gekomen. Zelfs niet reizend in mijn hoofd.’

abstract 2 pulchri 011 a

160507 Hoe Jos van den Berg het herkenbare onherkenbaar maakt

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd met *

De volgende HTML-tags en -attributen zijn toegestaan: <a href="" title=""> <abbr title=""> <acronym title=""> <b> <blockquote cite=""> <cite> <code> <del datetime=""> <em> <i> <q cite=""> <s> <strike> <strong>