(Westland, 21 december 2017). Daar waar mijn vakbroeders frequent kunnen zeuren over etnisch profileren, socialistische broedertwisten of opkomende rechtse splinterpartijen wordt mijn columnleven almaar benadrukt, zelfs onvermijdelijk overheerst door de Westlandse hoofdrolspelers Sjaak en Peter. Van der Tak & Duijsens, het klinkt als een ruziënd projectontwikkelaarsduo, met bedenkelijke faam.
Maar er is hoop, hun ‘eeuwige’ vete lijkt barstjes te vertonen sinds er plotseling oproepen tot ‘bakkie doen’ echoën. Nog sterker, de een heeft toegezegd de ander te zullen bellen. En deze week is er telefonisch contact gezocht voor een afspraak.
Ik zie ze dan al zitten, onze Maxi en Mini van de Westlandse politiek. Heel slim op een locatie waar je geen kempende hanen verwacht voor het roken van de vredespijp.
Gebroederlijk ‘in het hol van de leeuw’, in het (besloten) perscentrum Nieuwspoort, naast het Haagse Binnenhof. Een plek met zoveel journalisten dat de aanwezigheid van twee grijsmuizende polder-politici niet opvalt. Grote kans dat zelfs ik ze niet zou opmerken.
Doemscenario
Geloof het of niet, zo’n treffen tussen de kibbelende Greenporters wordt tot op de millimeter doorgesproken. Ook wordt, als in de journalistiek, het klassieke lijstje gehanteerd: Wie, wat, waar, hoe en waarom?
Wie was snel helder: het tweetal. Al is kort overwogen de nog grijzere blokhoofden Piet Vreugdenhil (CDA) en Leo Geubbels (WV) als ongewapende secondanten mee te nemen. Gelukkig is dat niet besloten, vooral voor Piet en Leo. Die praten nog meer langs elkaar dan hun leiders.
Maar over wat zou het nu moeten gaan? Beiden zeggen het goede voor te hebben met Westland, maar daarna zijn er alleen verschillen, die niet zomaar zijn te overbruggen met wederzijds respect. Twee grote ego’s, totaal verschillende karakters, verschillende persoonlijkheden met compleet andere visies, plannen en werkwijzen. Vooral over de inhoud maar ook over de manier van politiek bedrijven. Hét doemscenario voor het Westland: wethouder Duijsens en burgemeester Van der Tak, in één college. Maar je weet het nooit, in deze bange tijden.
Alibi
Het waar – de locatie Nieuwspoort dus – lijkt doordacht maar is domweg praktisch. De ene houdt nabij een Haags advocatenkantoor en de ander kan – als politiek alibi – een ontmoeting met een (belangrijkere) Haagse partijpoliticus aan zijn secretaresse doorgeven.
Niet lachen maar zelfs de vraag hoe is een discussie. Bakkie met of zonder brownie? Of toch een broodje, met het risico van rondspuwende kruimels. Gewoon kaas? Geen luxe gedoe met zalm of garnalen. En later geen lullige raadsvragen over bonnetjes, nog sterker, de rekening wordt sam-sam betaald.
Tijdens de voorbesprekingen blijft alleen het waarom van het geheime treffen onbeantwoord. Logisch, alleen de allergrootste optimist ziet de ontmoeting wel zitten en gelooft oprecht in verzoening, een langdurige vriendschap of in ieder geval een emotieloze professionaliteit met een normale basiscommunicatie.
Houdbaarheidsdatum
En dan? Vrede? Zelfs een goedwillende cynicus houdt het maximaal op een uiterste houdbaarheidsdatum van einde januari. Immers, de komende dagen zingen zelfs opportunistische politici over vrede op aarde en daarna zijn er vooralsnog geen politieke bijeenkomsten. De eerste Westlandse commissievergadering op 9 januari komen we nog wel glimlachend door, maar drie dagen daarna volgt alweer pijnlijk Presidiumoverleg. Veertien dagen later is er een gewone raad.
Vast en zeker gaat dan het bakkeleien tussen beiden gewoon weer door. Tot de verkiezingen voorjaar 2018. Tenzij een van hen eerder afhaakt. Niks vrede op aarde in politiek Westland, hooguit eventjes.
Rien van den Anker
Gefileerde vissen zijn beter te behappen. Gezellige dagen toegewenst.
Als je echt contact wilt hebben met elkaar is dat volgens mij in een paar minuten gebeurd. Maar dan moeten beiden ook echt willen. Dat het maar niet lukt zegt ook van het (niet) willen van beiden. Ik ben positiever dan de schrijver maar ik begrijp zijn scepsis.