(Westland, 8 juni 2016). Scholengemeenschap Yunus Emre wil een islamitische basisschool starten in Westland en voldoet aan de wettelijke eisen. Piet Vreugdenhil had het er maar moeilijk mee, als directeur van de protestantse scholenkoepel PCPO Westland zei hij bang te zijn dat leerlingen ineens in hun laatste jaar van hun school afgehaald worden, waardoor ze nieuwe vrienden moeten maken en uit hun vertrouwde omgeving raken. Als CDA-fractievoorzitter heb ik hem nog niet gehoord.
Andere partijen waren radicaler. Gemeentebelang Westland voelt er niks voor. Zo’n school werkt de integratie tegen; bevordert zelfs de segregatie. Dat vindt ook de LPF die er met gestrekt been in ging. Fractievoorzitter Dave van der Meer, als een Westlandse mini-Trump: “Waarom ga je niet met z’n allen lekker terug. Wij zijn er een beetje klaar mee zoals het hier nu gaat.”
Westland Verstandig, normaal ook lekker zwart-wit, reageerde dit keer à la Ferry Mingelen. Enerzijds dit, anderzijds dat. Opmerkelijk is de stilte van andere politieke (oppositie- en coalitie)partijen. Die denken nog na, heet dat.
Grote minderheid
De gemeenteraad moet de schoolaanvraag bekrachtigen. Welk besluit hij ook neemt, daarna besluit de minister, eigenstandig. Vooralsnog lijkt er geen raadsmeerderheid tegen een islamitische school in Westland; de minderheid is wel groot. Nu de initiatiefnemers aan de wettelijke basisregels voldoen, moet de onderwijsinspectie verder oordelen. Die scheert iedereen over één kam, maar dan educatief.
Dat bleek onlangs toen ze de scholengroep ISW (op christelijke grondslag) deels maar wel keihard als zwak betitelde. Nog zwakker was de WC Eend-reactie ‘dat het oordeel totaal niet spoorde met ons gevoel over het onderwijs en de sfeer op school’. “Kennelijk kijkt de inspectie met andere ogen dan wij”, reageerde ISW-directeur Van Dalen. Gelukkig maar, denkt elk weldenkend mens dan, daar is ze voor.
Onderwijsinspectie
Als de onderwijsinspectie zo’n instituut als het ISW zo vernietigend doorprikt, dan mag je er ook van uit aan dat ze zo’n islamitische school voldoende in de gaten zal houden. Je mag zelfs niet uitsluiten dat ze, gezien de politieke gevoeligheden, misschien wel meer doet dan dat, al zal ze dat na de heisa over etnisch profileren wel ontkennen.
Honderd jaar geleden kwam er na vele decennia ‘oorlog’ een einde aan de schoolstrijd tussen liberalen en confessionelen over de (financiële) gelijkheid van onderwijs. Al sinds 1848 mocht iedereen, mits aan de wettelijke voorwaarden werd voldaan, zijn eigen school oprichten, maar pas in 1917 kreeg het bijzonder onderwijs voortaan evenveel recht op financiële steun van de overheid als het openbaar onderwijs. Eigenlijk is de actuele discussie over de komst van een islamitische school dus een soort laatste slag in een nieuwe (Westlandse) schoolstrijd.
Nu een dergelijke school verbieden zou de klok een eeuw terugdraaien zijn. Of juist een goede reden zijn om je principieel af te vragen of bijzonder (niet openbaar, veelal christelijk) onderwijs nog wel van deze tijd is. En nog recht van bestaan heeft.
Maar wie daar tegen is, kan niks inbrengen tegen de komst van een islamitische school. Of moet hard maken ‘hoe ze allemaal lekker terug moeten’.
Rien van den Anker
Voor het bestaan van bijzondere scholen naast openbare is in het verleden heftig gevochten. Die lijn doortrekkend zou een islamitische school gerechtvaardigd zijn. Het onderscheid tussen openbaar en bijzonder onderwijs is echter steeds kleiner geworden. Ouders sturen hun kinderen nu vaak naar de dichtstbijzijnde basisschool of ze kiezen voor kwaliteit, enz. De religie is minder sturend geworden. Een school op islamitische grondslag past niet meer in ons huidige denken en zou ook de broodnodige integratie niet bevorderen.