je suis rien (185)

4 mei

(Westland, 4 mei 2019). Voor anderhalve euro kun je in Museum De Timmerwerf in De Lier nu een boekje kopen met daarin twee nieuwe fietsroutes, langs lokale ‘oorlogsplekken’. Langs nog bestaande locaties waar tijdens de Tweede Wereldoorlog iets gebeurde.

Soms onzichtbaar, zoals boerderijen waar mensen ondergedoken zaten, maar ook bunkers of een Duitse wachtpost. Een mooi en interessant initiatief van Gerda Gunneweg van het museum. De oplage is beperkt, maar er wordt nu al gedacht aan meer exemplaren, zeker in het licht van de 75-jarige herdenking van de Bevrijding volgend jaar.

Moffenmeiden
Bijzonder, misschien wel heel opmerkelijk, is dat zij ook het balkon noemt aan de Hoofdstraat 84 waarop kort na de bevrijding in mei 1945 de zogenoemde moffenmeiden werden kaalgeknipt. Dat waren vooral ‘hoeren die zich vrolijk met de bezettende Duitse soldaten hadden ingelaten’.

Dat – na vijf jaar oorlog – ‘beschamelijke maar begrijpelijke’ publiekelijke kaalknippen gebeurde niet alleen in De Lier, maar ook in andere Westlandse dorpen, zoals Naaldwijk. Soms werd niet alleen op ruwe wijze de schaar gehanteerd, maar werden de vrouwen ook gebrandmerkt. Met bijvoorbeeld een hakenkruis op het voorhoofd.

Joelend volk
In De Lier vond de afstraffing plaats op het balkon van het grote huis van de weduwe Disselkoen. De Binnenlandse Strijdkrachten hadden daar als het nieuwe gezag hun hoofdkwartier gevestigd. Het ‘gênante knipfeestje’ gebeurde zichtbaar voor het joelende, net bevrijde Westlandse volk. Onder toezicht oog van niet ingrijpende politie.

Direct na de oorlog was, vooral in kleine dorpen, voor iedereen al heel snel duidelijk wie fout was geweest, of goed werd bevonden. De NSB’ers waren breed bekend. Die werden gearresteerd en na justitieel onderzoek veroordeeld en gestraft. De meeste moffenmeiden hadden pech; die vielen veelal letterlijk in handen van het volk. Voelden hardhandig vijf jaar lang opgekropte bezettingswoede.

Wie en waarom
In vrijwel de meeste gevallen is later niet echt onderzocht wie de schaar op die balkons heeft gehanteerd. Of wie daartoe precies opdracht gaf. Vaak is ook niet eens nagegaan wie die meiden überhaupt heeft aangegeven. En waarom. Die waren gewoon sowieso schuldig.

Vele moffenmeiden vluchtten, als het kon, daarna uit lijfsbehoud naar elders; anderen bleven noodgedwongen in hun dorp wonen. Waren jaren totaal genegeerde ‘sociaal melaatsen’. Dat lot trof ook vaak nog eens hun kinderen. Voor zover bekend heeft geen van hen later ooit een aanklacht ingediend wegens ‘vormfouten’ in een gerechtelijke procedure.

En daarom moeten we ook die pijnlijke kaalknipperij blijven herdenken. In een boekje. Als een lokale ‘oorlogsplek’. Misschien een begrijpelijke, maar wel een foute.

De rubriek ‘je suis rien’ is een boeketje columnpjes, vaak maar van één alinea. Een clin d’oeil naar mezelf en de samenleving. Een knipoogje, soms met serieuze ondertoon.

4 gedachten over “je suis rien (185)

  1. Ik bewonder mevrouw Gunneweg dat ze dat balkon in haar boekje heeft opgenomen. Dat soort boekjes zouden ze in alle Westlandse kernen moeten maken.

  2. Waarom nu nog zo lang blijven zeuren over dat kaalknippen. Het was complete chaos na de bevrijding en dan kan zoiets gebeuren. Niet goed, wel waar.

  3. Er zijn zelfs filmbeelden van, zo heb ik begrepen. Dan zijn die kappers toch nog terug te vinden. Mogelijk is er toch angst dat sommigen bekenden zullen zien.

  4. Natuurlijk waren er foute meiden die heulden met de Duitsers. Maar de wereld was niet zwart-wit. Er waren ook vrouwen die in het verzet zaten en met Duitse soldaten contacten onderhielden om informatie te verzamelen. En die waren na de bevrijding volgens velen die dat niet wisten ook fout.

Laat een reactie achter bij Jan Jansen Reactie annuleren

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd met *

De volgende HTML-tags en -attributen zijn toegestaan: <a href="" title=""> <abbr title=""> <acronym title=""> <b> <blockquote cite=""> <cite> <code> <del datetime=""> <em> <i> <q cite=""> <s> <strike> <strong>